Komende week (zie schema hierboven) veel aandacht in de media voor klimaatoptimisme. Initiator achter deze uitzendingen is opiniemaker Marianne Zwagerman. Af en toe ziet of hoort u mij ook voorbij komen, bv. in de uitzending van WNL Opiniemakers op dinsdag 18 april om 21:20 uur. Radio 1 besloot n.a.v. die uitzending op dinsdag Zwagerman iedere dag een minuut zendtijd te geven op Radio 1 waarna anderen reageren (waaronder uiteraard ook de ‘pessimisten’).

Ik heb de afgelopen weken veel contact gehad met Zwagerman en ben blij met haar inbreng in het debat. Ze heeft zich in korte tijd snel en goed ingelezen. Ze begon haar ‘campagne’ met de hashtag #klimaathysterie, wat op zich ook een terechte observatie is, maar besloot gaandeweg om over te stappen op het veel positievere #klimaatoptimist.

De term klimaatoptimist spreekt mij aan en sluit ook naadloos aan bij de term ecomodernist, die wij met een groep journalisten vanaf deze week meer bekendheid gaan geven met de publicatie van ons boek Ecomodernisme, Het nieuwe denken over groen en groei. In dat boek noemen wij klimaat “een probleem, niet hét probleem”.

Omdat het nagenoeg onmogelijk is in de korte spreektijd in de media je verhaal in alle nuance te kunnen doen volgt hieronder een samenvatting waarom ik optimistisch ben over klimaatverandering en waarom ik verwacht dat onze CO2-uitstoot geen grote problemen gaat geven in de komende eeuw.

Toen ik in de zomer van 2009 research deed voor mijn boek De Staat van het Klimaat ontmoette ik in Boulder de charismatische onderzoeker Mickey Glantz. Hij vertelde me over de beginjaren van het IPCC, eind jaren tachtig. Zijn standpunt was dat klimaatverandering winnaars en verliezers zal kennen, dat er voordelen en nadelen aan kleven. Maar in zijn contacten met het IPCC werd hem al snel te kennen gegeven dat alleen de verliezers binnen het IPCC aandacht zouden krijgen. Hij haakte af. Het negatieve denken over klimaatverandering (klimaatpessimisme) domineert al zeker twee, zo niet drie decennia de wetenschappelijke literatuur (“it’s worse than we thought”), de IPCC-rapporten en de media.

Het publiek, dat zich vooral informeert via de media, kan door dit continue bombardement aan negatief nieuws over klimaat bijna niet anders dan geloven dat het 5 voor 12 is (of al over 12 zoals politici en activisten geregeld stellen). Ik werk al enige tijd aan het boek Hoezo 5 voor 12? Waarom ons klimaat niet gered hoeft te worden waarin ik uitleg dat een veel positievere kijk op het klimaat mogelijk is, grotendeels ondersteund door de IPCC-rapporten zelf!

Het is zeker: de mens warmt de aarde op!
Het IPCC stelde in haar vijfde rapport in 2013 dat het 95% zeker is dat broeikasgassen tenminste de helft van de opwarming op aarde sinds 1950 hebben veroorzaakt. Deze claim laat nog heel wat ruimte voor onzekerheid en dus voor mogelijke andere oorzaken van klimaatverandering maar is desalniettemin geïnterpreteerd als ’the science is settled’. Het zijn dit soort claims waarmee het publieke debat over klimaatverandering de kop in gedrukt wordt: we willen het vanaf nu niet meer hebben over de vraag of klimaatverandering een probleem is, maar alleen nog maar discussiëren over de mogelijke oplossingen, zo stelt men dan.

Dit is onterecht. De claim van het IPCC geeft geen antwoord op een aantal cruciale vragen: welk deel van de opwarming (sinds 1950 maar ook sinds 1850) komt nu precies door de mens? Antwoord: dat weten we niet. Het IPCC gaat er overigens wel vanuit dat vrijwel alle opwarming (een kleine graad Celsius sinds 1850) door broeikasgassen veroorzaakt is. Mijn standpunt: het is uiteraard aannemelijk dat broeikasgassen hebben bijgedragen aan de opwarming, maar we weten niet in welke mate en daar is ook vrijwel niet achter te komen. Het is voorbarig om je erg zeker op te stellen zoals het IPCC doet, vooral omdat we nog veel niet weten over de bijdrage van natuurlijke klimaatverandering. Bijvoorbeeld waarom was het eveneens warm rond het jaar 1000 toen de mens nog geen broeikasgassen uitstootte? Waarom belandden we tussen 1300 en 1850 in een koudere periode waarin gletsjers zich sterk uitbreidden? Op dat soort logische vragen heeft ook het IPCC geen antwoorden en het is daarom prematuur om al te zeker te zijn over de oorzaken van de huidige opwarming.

Andere belangrijke vragen waarover nog veel onduidelijk is zijn: hoeveel opwarming krijgen we in de toekomst? Is opwarming eigenlijk wel een probleem?

Klimaat lijkt niet zo gevoelig voor CO2
Dat brengt ons bij een belangrijk punt voor mijn klimaatoptimisme. Zelfs als je vrijwel alle opwarming sinds 1850 toeschrijft aan broeikasgassen (zoals het IPCC doet) dan kun je becijferen dat het klimaat helemaal niet zo gevoelig is voor CO2. De Britse onderzoeker Nic Lewis en ik hebben in een zeer uitgebreide reactie op het IPCC-rapport (Nederlandse vertaling hier) laten zien dat dit ‘goede nieuws’ door het IPCC niet echt gebracht werd.

Wat is er precies aan de hand? Heel kort: klimaatmodellen waarop vrijwel al ons klimaatbeleid (denk aan het klimaatakkoord van Parijs) gebaseerd is warmen gemiddeld zo’n 3,4 graden Celsius op als de CO2-concentratie in de atmosfeer verdubbelt. Met zo’n verdubbeling van de CO2-concentratie zijn we op dit moment hard bezig. De concentratie was 280 ppm (deeltjes per miljoen) rond 1850 en is door toedoen van het gebruik van fossiele brandstoffen als olie, gas en steenkool inmiddels gestegen tot 400 ppm. Later deze eeuw bereiken we mogelijk de verdubbeling (560 ppm).

Welnu, Nic Lewis en diverse andere onderzoekers hebben de laatste jaren laten zien dat het werkelijke klimaat (voor zover we dat kunnen meten en duiden) veel minder gevoelig lijkt te zijn. De data suggereren een klimaatgevoeligheid van ‘slechts’ rond de 1,5-2 graden Celsius. Nogmaals, daarbij ga je ervan uit dat vrijwel alle opwarming sinds 1850 door broeikasgassen komt, wat best een conservatieve aanname is. Het werkelijke klimaat lijkt dus maar de helft zo gevoelig te zijn voor CO2 dan de klimaatmodellen. Het IPCC en beleidsmakers baseren zich echter nog altijd op de ‘overgevoelige’ modellen.

Die ‘overgevoelige’ modellen overschatten de opwarming in de laatste 35 jaar al behoorlijk. Ik heb dat uitgebreid besproken in een lezing die ik eind 2015 hield bij het KNMI voor de Nederlandse Natuurkunde Vereniging (NNV).

Ons gevoel van urgentie is sterk gebaseerd op toekomstprojecties met klimaatmodellen. Niet verwonderlijk warmen die overgevoelige modellen sterk op waardoor we in sommige scenario’s al over 25 jaar over de internationaal afgesproken tweegradengrens heen gaan. Maar ga je uit van de ‘waargenomen’ gevoeligheid voor CO2 dan wordt de soep niet zo heet gegeten. Lewis en ik schatten in ons rapport dat bij het een na hoogste scenario van het IPCC (dat wij op dit moment reëel vinden) 2 graden pas rond 2100 bereikt. Dit scenario gaat ervan uit dat we de rest van de eeuw elk jaar meer CO2 zullen uitstoten dan in 2015! M.a.w. zelfs zonder een daling van de CO2-emissies staat ons vermoedelijk slechts milde opwarming te wachten tot aan 2100.

Extremen nemen niet toe
Een andere zeer positieve ontwikkeling de laatste jaren, die erkend is door het IPCC in twee rapporten, is dat ingrijpende weersextremen zoals orkanen, tornado’s, overstromingen en droogte, niet zijn toegenomen. Dus in tegenstelling tot de geluiden die je continu in de media hoort, dat het klimaat extremer zou worden, is dat niet het geval. Schade door extremen neemt weliswaar toe, maar dat komt louter doordat we met meer mensen zijn die meer kapitaal hebben. Corrigeer je daarvoor dan blijft er geen klimaattrend over. Een zeer belangrijke speler in dit debat is Roger Pielke Jr. Hij werd in Amerika vanwege zijn genuanceerde boodschap (er is geen toename in extremen) zo hard aangepakt door klimaatactivisten dat hij zijn klimaatwerk heeft stopgezet. In een recente testimony vat hij de stand van de wetenschap op dit gebied goed samen.

Het aantal slachtoffers door extreem weer is de afgelopen eeuw spectaculair gedaald met meer dan 90%, zowel in absolute als relatieve (per miljoen inwoners bijvoorbeeld) zin. Deze daling is een teken van toegenomen welvaart en technologie waardoor we ons als mens beter kunnen wapenen tegen natuurgeweld.

Zeespiegel stijgt maar versnelt niet
Ja maar hoe zit het dan met die smeltende ijskappen waardoor we onder water zullen lopen? De zeespiegel begon rond 1850 te stijgen, aan het einde van de Kleine IJstijd. Lange meetreeksen (waaronder een aantal langs de Nederlandse kust) laten sindsdien een gestage zeespiegelstijging zien van ongeveer 1,8 mm/jaar wat neerkomt op 18 cm per eeuw. Van een versnelling in die stijging is geen sprake hoewel sommige onderzoekers claimen dat sinds 1992, toen we ook met satellieten gingen meten, de stijging sneller verliep (zo’n 3 mm/jaar). Het is echter nog verre van duidelijk of die snellere stijging ook in de getijdemetingen langs de kusten te zien is. In ieder geval niet langs de Nederlandse kust.

De CO2-concentratie begon na de Tweede Wereldoorlog versneld te stijgen. Het is interessant dat de zeespiegel niet mee versnelt. De zeespiegel begon ook al te stijgen in 1850 ruim voordat broeikasgassen volgens het IPCC een dominante rol begonnen te spelen. Toen ik een van de hoofdauteurs van het IPCC-hoofdstuk over zeespiegel tijdens een congres in Londen vroeg waarom de zeespiegel al in 1850 begon te stijgen was zijn antwoord: “That’s a very good question.”

Het IPCC gaat er op basis van de ‘overgevoelige’ klimaatmodellen vanuit dat de zeespiegel deze eeuw fors harder zal gaan stijgen, in de orde van 3 tot 8 mm/jr. Mijn standpunt is: eerst maar eens zien dat getijdenmetingen überhaupt een snellere stijging gaan vertonen.

De Aarde vergroent
Als laatste wil ik opmerken dat zoals Mickey Glantz aan het begin van dit stuk al opmerkte, het vreemd is dat we alleen op een negatieve manier over klimaatverandering mogen spreken van het IPCC. Als gevolg van de toegenomen CO2 in de lucht is de aarde aantoonbaar aan het ‘vergroenen’. Dat komt doordat de biosfeer een deel van de CO2 die wij uitstoten opneemt. Dit betekent uiteraard niet dat tropisch woud kappen maar weer moet kunnen. Maar het is wel een positief aspect waarover het IPCC weinig zegt. Dat is goed gedocumenteerd door mijn gewaardeerde collega Matt Ridley in zijn GWPF-lezing.

Meer CO2 in de lucht leidt ook tot hogere landbouwopbrengsten. Niet voor niets brengen tuinders extra CO2 in hun kassen om paprika’s en tomaten sneller te laten groeien.

Tenslotte
Een lage klimaatgevoeligheid, overgevoelige modellen, geen trends in extremen, geen versnelling van de zeespiegel, positieve effecten van CO2 op planten, bomen en landbouwgewassen, dat is in een notendop waarom ik klimaatoptimist ben.

Kan ik uitsluiten dat klimaatverandering niet toch een groot probleem gaat worden? Natuurlijk niet. Maar het mooie van klimaat is dat het een kwestie van de lange adem is. Er is tijd zat om klimaatverandering goed te monitoren. Klimaatverandering gaat tot nu toe aanzienlijk langzamer dan voorspeld door de klimaatmodellen. Het is voorbarig om paniekvoetbal te spelen en dat is wel wat nu gebeurt. Er worden miljarden verslindende maatregelen genomen die ook nog eens een verwaarloosbaar effect hebben op de CO2-concentratie. Het middel (klimaatbeleid) is op dit moment erger dan de kwaal (klimaatverandering).

0 0 stemmen
Artikel waardering